Migraine-antilichamen mogelijk effectief

Mogelijk effectief blijken migraine-antilichamen. Het gaat hierbij om migraine-antilichamen die zijn getest. Dit alles blijkt uit twee klinische onderzoeken.

Dit meldde online nieuws-site Nu.nl deze week. Dit alles schreef de “BBC” afgelopen donderdag. Deze informatie werd gepubliceerd in de “New England Journal of Medicine”.

Er is één specifiek antilichaam onderzocht bij beide klinische onderzoeken. Het is zo dat bij het onderzoek 955 patiënten het antilichaam “erenumab” toegediend kregen. Na het toedienen van het “erenumab” werd de werking er van bekeken. Het is zo dat antilichamen ook wel antistoffen worden genoemd. Deze antilichamen/antistoffen kunnen “indringers” zoals bacteriën of virussen herkennen. Vervolgens kunnen deze antilichamen/antistoffen “aanvallen”.

Gemiddeld hadden de personen die deelnamen aan het onderzoek acht dagen per maand last van migraine. Door het antilichaam, zagen deze personen die deelnamen aan het onderzoek, het aantal dagen dat zij last hadden van migraine halveren. Het onderzoek wees uit dat bij de controle groep dit percentage 27 procent was.

Bij 1.130 patiënten met chronische migraine werd het andere antilichaam/antistof genaamd “fremanezumab” getest. Gemiddeld had 41 procent van deze mensen die deelnamen aan het onderzoek voor minder dan de helft last van hun hoofdpijn. Dit was 18 procent bij de controlegroep.

In het brein bevindt zich een eiwit, genaamd “CGRP”. Het eiwit “CGRP” komt tijdens een migraineaanval vrij. Ook is het eiwit “CGRP” betrokken bij zowel de pijn als gevoeligheid voor geluid en licht die ontstaan tijdens een migraineaanval. Vanwege dit feit worden er daarom momenteel antistoffen gecreëerd die “CGRP” neutraliseren en om hiermee migraine tegen te gaan. De antilichamen/antistoffen “erenumab” en “fremanezumab” zijn er hier twee van.

“Veelbelovend” noemen de onderzoekers van “King’s College Hospital” de resultaten.

In zijn leven krijgt één op de vijf Nederlanders migraine. Van alle migraine patiënten denkt mogelijk ruim de helft, het gaat hierbij om 37 procent, te maken te hebben met “spanningshoofdpijn”. Dit betekent dat deze groep mensen zij wellicht verkeerd of onvoldoende behandeld worden.

(Bron: nu.nl)